Ik mis het liefde geven, dat was het eerste wat ik dacht bij het ontwaken na een droom. In mijn droom zat ik met… het is mij nog steeds niet duidelijk met wie, al probeer ik daar wel achter te komen, maar dat lukt mij niet. In mijn droom zat ik met iemand, notabene bij een voetbalwedstrijd, op een tribune zonder stoeltjes, dus alleen trappen. Ik zat op de trede beneden hem en leunde met mijn rug tussen zijn benen. Hij had zijn armen om mijn schouders geslagen en ik voelde de warmte van zijn handen en zijn lijf. En dat was het dan voor ik wakker werd. Maar het gevoel van warmte, een soort genegenheid bleef hangen. En toen dacht ik: ik mis het liefde geven. Liefde geven op een andere manier, dan mijn kinderen lief hebben, mijn kleinkinderen in de armen houden en/of knuffelen. Het is een ander soort liefde geven. Ik weet hoe verliefdheid voelt, ik ken het gevoel van houden van, ik heb het gekund, iemand liefhebben met hart en ziel. De tijd gaat vooruit, maar het verlangen naar vertrouwdheid en verbondenheid zal nooit veranderen, op welke leeftijd dan ook. Een knipoog, een arm om je heen, hand in hand, een kus voor het weggaan, het mogen zijn wie je bent. Aspecten die mijn leven warmte hebben gegeven. Daarom ik mis het liefde geven. Geven en ontvangen van iemand die van mij houdt en van iemand waar ik van houd.
Liefde die ik over heb,
Ik raak het niet kwijt.
Ik heb liefde voor anderen,
voor mijn kinderen.
Het is anders dan dat ene,
die ene liefde in verbondenheid.
Ik mis
dichtbij een lijf om te strelen.
Een hand die ik leid
een hand die mij leidt.
De warmte in beide harten,
lippen die naar elkaar smachten
al het overschot aan liefde zou ik willen delen.