Een verhaal…..
Mijn grootouders, van mijn moederskant, geweldige mensen, heb
er dierbare herinneringen aan. Ik heb na de oorlog 7 jaar met mijn ouders bij
hen ingewoond. Het verhaal wat ik ga vertellen behelst de periode van de oorlog
en de jaren daarna. De meegemaakte belevenissen tijdens 1940-45 werden dikwijls
aangehaald, gewoon aan de keukentafel door mijn grootouders en ouders. Ik was
nog jong, drie jaar na de bevrijding geboren, toch heb ik veel meegekregen van
de impact welke alles op hen gehad heeft. Het zijn niet alleen de verhalen, die
indruk op mij maakten, maar het was vooral de sfeer en de emoties van ongemak
en verdriet die ik toentertijd geproefd heb, waardoor Ik het ontroerende belevenissen
vond en naarmate ik ouder werd begon ik me er steeds meer in te verdiepen, ze te combineren met mijn
ervaren gevoelens als klein kind. De wederopbouw verliep in eerste instantie traag.
Van alles, was er tekort, bovenal woningen. Als 5 jarige kan ik mij nog heel
goed herinneren de resten van puin welke de bombardementen op gebouwen in Deventer
hadden aangericht. Mijn verhaal gaat over angst, vreugde, verdriet, geboorte,
overlijden, maar ook over liefde.
Mijn Opa en Oma woonden aan de rand van het dorp in de
omgeving van Deventer in een vrijstaand huis. Er was aardig wat grond rondom
het huis. Een groentetuin, een appelboom achterin, waar mijn Opa voor mij een
schommel aan een tak had gemaakt, diverse schuren, een stuk weiland. Het huis
staat er nog, ben er nog diverse keren langs gereden, echter, ik moest mijn
herinnering aan de grootte van zowel huis, zowel als tuin aardig bijstellen,
toen ik het voor de eerste keer als volwassene weer zag. Het was allemaal niet
zo groot. Toch woonden er drie jaar na de oorlog twee gezinnen, waarvan de
voorkamer ook nog diende als winkel, waar galanterie producten verkocht werden.
Jaren voor de oorlog trok mijn Opa met paard en wagen erop uit om zijn waar in
de omgeving aan de man te brengen. Potten, pannen, keukengerei. Gedurende de
oorlog werd het hem onmogelijk gemaakt, doordat de paarden in beslag genomen
werden. Mijn Opa was een sigarenroker, echter tijdens de oorlog was er geen
tabak meer te verkrijgen. Vindingrijk als hij was, is hij zelf tabaksplanten
gaan verbouwen. Ik zie nog de tabaksbladeren hangen in de schuur.
Mijn ouders hebben elkaar ontmoet in 1944. Wanneer er een
ophanden zijnde bombardement, of gevechten aan kwamen, werden ze gewaarschuwd
om te vluchten. Mijn vader woonde met zijn familie op een boerderij in een
dorpje aan de IJssel 30 km verderop. Ook zij moesten voor een periode hun boerderij
voor hun eigen veiligheid verlaten. Mijn moeder en ouders vonden een
schuilplaats bij een boer en daar troffen zij elkaar en zijn verliefd geworden.
Dicht tegen elkaar aan, in een schuilplaats
gemaakt door de boer in een berg met bieten. Ik probeer me nog steeds
een voorstelling te maken hoe dat er uit moet hebben gezien. Ik vind het nog
steeds een bijzondere ontmoeting.
Mijn vader heeft me dikwijls verteld hoe spannend het was
wanneer hij de afstand per fiets aflegde om mijn moeder te ontmoeten. Ook werd
hij gedetacheerd om voor de TOT te gaan werken. Te voet moesten ze naar
Apeldoorn. Een hele kolonne mannen. Hij vertelde, dat hij zich steeds meer liet
zakken in de rij, een maisveld zag, over de sloot sprong, waarna hij zich uit
de voeten maakte. Ook in dat jaar kregen mijn grootouders hun eerste kleinkind.
Echter hun dochter overleed in het kraambed na de geboorte. Geluk en intens
verdriet zo dicht bij elkaar, waarbij de omstandigheden daar nog een extra
stempel op drukten. De baby werd voor de verzorging door de vader bij mijn Oma
en Opa ondergebracht en heeft bij hen tot zijn 9e jaar gewoond. Mijn
“grote” neef, mijn speelkameraadje.
Vlak voor de bevrijding, waren de Canadezen in opmars. Omdat
er hevige gevechten verwacht werden, moesten ze opnieuw vluchten. Bij
terugkomst vonden ze hun voorgevel volkomen in puin. Waar ze erg van schrokken
en onder de indruk van waren, was dat ze twee gedode Canadese soldaten tussen
het puin aantroffen. Jaren later in hun verhalen beroerde hen dat iedere keer
weer.
Twee jaar na de oorlog trouwden mijn ouders. Het huis was
weer hersteld, op de bovenverdieping was woonruimte voor hen gecreƫerd.
Zo zullen er talloze verhalen door onze generatie verteld
kunnen worden. Mijn schoonouders die op hun boerderij een schuilplaats boden
voor gevluchte Joden uit Amsterdam. De angst en de spanning voor ontdekking wat
dat voor hen meebracht, zijn belevenissen waar we door hun wijze van vertellen
een beetje een idee van hebben gekregen.
Ik blijf mijn verhaal vertellen, bovenal om te beseffen hoe
waardevol in vrijheid leven is. Maar vooral het belang om te blijven gedenken.
Liefs,