Ik voerde de
eendjes wat brood.
Hun enthousiasme
volgde met veel gekwaak.
Het gevecht onderling
om hun trek was groot.
Schudde de
laatste kruimels uit het plastic zakje.
Opeens dat
moment…, dat het uit mijn handen gleed…
van mijn verschrikte
gedachten hadden de eenden geen weet.
De wind
vulde het lege zakje met lucht
en liet het als
een ballon neerdalen op het water
met een
vederlichte zucht.
Luchtig
dreef het met de stroming mee,
dat doorzichtige
plastic omhulsel,
wat eens zal belanden in zee.