Zoeken in deze blog

Posts tonen met het label Levertraan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Levertraan. Alle posts tonen

donderdag 4 februari 2021

Levertraan...

 


Vanmorgen een wandeling gemaakt. Het is nu op dit moment van schrijven vier uur en zeven minuten  in de middag. Het is een prachtige dag. Winter, maar het lijkt de komst van het voorjaar. De zon scheen op mijn gezicht vanmorgen en op mijn zo langzamerhand te warm geworden jas. Ik knoopte mijn jas los. Er was geen zuchtje wind. Een temperatuur van negen graden. Wat is het bijzonder om zo te kunnen genieten van de warmte van de zon. Ik zag Billy, de hond, al lopen, druk doende om achter een waterhoentje aan te zitten. Hij moest het onderspit delven, want het waterhoentje vluchtte het water in en water… nee dat was niet zijn ding. Zijn baasje kon niet ver weg zijn en inderdaad het bankje in de verte was bezet. Ik naderde en hij klopte uitnodigend met zijn hand op de plaats naast zich: ‘kom zitten’. Zijn gezicht naar de zon gericht begon hij te praten. Zijn televisie had er ineens de brui aangegeven. Nu zal ik er heus niet zoveel aan missen, bromde hij. Het is corona voor en na. Vooral die herhaaldelijk terugkerende beelden van die arm waarin een spuit wordt gezet. “Iedere keer weer ondervind ik het bijna aan den lijve”.  En dan de politici die elkaar vliegen proberen af te vangen i.v.m. de naderende verkiezingen. Al die praatprogramma’s met diverse opgeroepen deskundigen. “Wat moet je er nog van geloven”. Genietend van het zonnetje hoorde ik hem stilzwijgend aan. Even bleef het stil, ik vermoedde dat hij nog meer op zijn lever had. Zijn buurvrouw, 92 jaar, was gevaccineerd. Ze was met haar zoon naar de prik locatie toe gegaan. In geuren en kleuren had de buurvrouw hem de bijzonderheden verteld. “Er ontstonden twee wachtrijen. Een korte en een lange. De korte rij mocht gelijk naar de afdeling waar geprikt werd, maar de lange rij ontstond van wege mensen met onderliggende ziektes en mensen die bloedverdunners gebruikten. Zij moesten eerst naar de dokter”. Ja, was mijn reactie, geen wonder dat die rij zo lang was; eerst al de anderhalve meter afstand, hij vulde aan: ‘en wat dacht je van de rolstoelen en de rollators’. Buurvrouw had drie kwartier in de rij gestaan, ze moest naar het toilet. Buiten de locatie waren twee units geplaatst geschikt voor twee toiletten. Het gebouwtje stond op een verhoging, waarvoor een trappetje was geplaatst. “Notabene zonder leuning, vertelde hij verontwaardigd”. En hij schudde zijn hoofd, kon er niet over uit over zoveel onnadenkendheid.

Na de ergernissen en frustraties van ons te hebben afgezet, genoten we van het heerlijke weer op deze winterdag begin februari. Ook Billy had er zo te zien zin in. Met kwispelende staart daagde hij voorbijkomende honden uit om te spelen. “Heb je de weerberichten gevolgd?” , vroeg ik hem. “Jazeker, alles via mijn smartphone, het gaat vriezen a.s. zondag. Kunnen misschien de schaatsen weer uit het vet.” Zijn oogjes begonnen te glinsteren. Er schoot vast een herinnering door zijn gedachten. Ik vertelde hem, dat toen ik 15 jaar was in 1963 ik met mijn eerste vriendje iedere avond op de tennisbaan hand in hand de rondjes schaatste. Wanneer er geen goede redenen waren mocht ik ’s avonds nooit zomaar ergens buiten rondhangen. Tegen deze ‘sportbeoefening” hadden mijn ouders geen bezwaar. Wat een heerlijke tijd was dat! Hij knikte instemmend. “Het was een lange en koude winter in 1963, vanaf december tot begin Maart, 8 Maart begon het te dooien, meende hij zich te herinneren. Op de gracht maakten wij jongens een lange sliert en lieten in een snelle bocht de meisjes achteraan gillen, zij hadden de snelheid en vlogen uit de bocht de sneeuw in”. En natuurlijk was er de Elfstedentocht op 18 januari 1963. Samen bedachten we, dat vanzelf nu ook weer velen de elfstedenkoorts zullen gaan voelen. Bij een beetje vorst begint het bij de schaatsers al te kriebelen. Maar ja, stel…vroegen wij ons af, stel, dat er een Elfstedentocht gereden zal kunnen worden, kan dat dan wel doorgaan? We hadden beiden daar zo onze ideeën over. Waarschijnlijk niet. Wat een teleurstelling moet dat dan zijn. “Een bittere pil, dat corona virus”. Hij floot zijn hond en hij en ik gingen op huis aan. In elk geval hadden we genoten van de buitenlucht en tegelijkertijd de benodigde vitamine D opgedaan.

Ps. Weten jullie nog… levertraan???