Kerstkindje
Het verhaal wat ik nu ga vertellen zou een Kerstverhaal
kunnen zijn. Een kindje wat tijdens de Kerstdagen geboren wordt. Een Kerstkindje
zoals een nieuw boreling werd en nog steeds zo wordt genoemd als de baby
tijdens de herdenking van de geboorte van het Jezuskind wordt geboren. Maar het
verhaal krijgt een andere wending. Het verhaal loopt niet zo gelukkig en
bijzonder af als het Bijbelverhaal over Jozef en Maria. Allen kennen we dit
verhaal. Het zoeken van de ouders naar een slaapplaats. Uiteindelijk een plek gevonden
in een stal te Bethlehem, waar het kindje Jezus is geboren.
Het was Kerstmis 1942, winterweer en het was oorlog. Mijn
grootouders, opoe en opa zoals ik ze als kind altijd noemde, werden verblijdt
met hun eerste kleinkind, een jongetje Laurens, geboren op 23 december. Een ‘Kerstkindje”. Mijn Opa en Oma woonden in het Oosten van het land. In Schalkhaar, waar ook ik ben opgegroeid. Hun dochter woonde zo’n twintig kilometer bij hen vandaan. Op 2e
Kerstdag bezochten de trotse grootouders en mijn moeder de kersverse ouders en bewonderden
de nieuwe boreling. Het was koud en het vroor. Lichte sneeuwval had de wegen
glad gemaakt. Het maakte de tocht er niet makkelijker op. Maar het was te doen.
Ze keerden huiswaarts in de overtuiging, dat alles in orde was met moeder en
kind. ’s Nachts om een uur of drie werd er op de deur van de winkel gebonsd. Ze
hadden een galanterie winkel. Potten, pannen, bestek, borden en alles wat
benodigd is voor in de keuken. Dagelijks trok mijn Opa erop uit om de
producten, vervoerd op een kar met daarvoor twee paardjes, in de omgeving aan
de man te brengen. Maar dat kon niet meer, omdat de paardjes door de Duitsers ingevorderd
waren. Een politieagent uit het dorp maakte hen wakker met de mededeling, dat
ze met spoed naar hun dochter moesten vertrekken. Het ging niet goed met haar.
Hevig geschrokken en ontdaan door het bericht pakten ze weer de fiets en gingen
haastig op pad. Ze kwamen echter te laat. De moeder, hun dochter, was aan een
bloeding overleden. De aanwezige huisarts en de baker hadden de bloeding niet
kunnen stelpen. Hoewel het nu ook nog weleens voorkomt, dat een moeder in het
kraambed overlijdt, komt het tegenwoordig in Nederland gelukkig niet zo vaak
meer voor. Maar in de veertiger jaren was de gezondheidszorg geheel anders dan
nu het geval is. Pas in de vijftiger jaren kwamen er betere opleidingen voor
kraamverzorgsters. Zij verbleven daarvoor vijftien maanden tijdens hun
opleiding in een internaat.
Nadat de baker/kraamverzorgster na een aantal weken
verzorging van de baby was vertrokken, is het kindje bij mijn grootouders komen
wonen. Het zou maar een tijdelijke oplossing zijn, maar uiteindelijk is het negen
jaar geworden, dat mijn neefje bij hen verbleef. Zijn vader kreeg een nieuwe
relatie waardoor hij na lange tijd weer naar zijn vader terugkeerde. Tien jaar
later, hij was inmiddels negentien, geen contact meer te hebben gehad met zijn
Opa en Oma, stond hij opeens voor hun deur. In de nabijgelegen plaats was hij
opgeroepen voor zijn Dienstperiode. Het weerzien was emotioneel en ik zal het
nooit vergeten. Ik was dertien en zag mijn grote neef weer terug. Vijf jaar
verschilden wij in leeftijd, maar ik had nog flarden van herinneringen dat wij
samen speelden.
De gebeurtenis was
voor mijn grootouders en mijn moeder een ingrijpende belevenis. De pijn en
verdriet kon ik nog steeds ervaren wanneer ze het erover hadden. Het overlijden
van hun dochter en afscheid nemen van hun kleinkind, die ze negen jaar opgevoed
hadden. Uiteindelijk was de hereniging een happy end en heeft het contact zich
tot aan hun overlijden voortgezet. Ze hebben zijn huwelijk meegemaakt en de geboorte
van een achterkleinkind.
Nu, in deze kerstperiode is het dan weliswaar geen oorlog,
maar zal de beleving van de viering van Kerst in familiekring toch anders zijn,
dan we gewend zijn. We worden enigszins in onze vrijheid door het corona virus beknot. Daar tegenover
staat, dat we op straat, in het bos, onze gang kunnen gaan. Er is geen spertijd
en angst voor oorlogsvoering in de buurt. Geen gebrek aan voedsel. In onze
huizen is het warm en we hebben voldoende communicatiemiddelen ter beschikking
om feeling te houden met familie en de buitenwereld. Ik zou zeggen tel de
zegeningen van deze tijd en geniet van Kerstmis, het feest van het licht.