Is het leven een sprookje?
Er was eens… Sprookjes spelen zich af in een onbepaalde tijd
en op een onbepaalde plaats. Fantasie en magie spelen een hoofdrol.
Sprookjesfiguren spelen tot de verbeelding en laten je dromen over een andere
wereld. Vaak lopen sprookjes goed af. De goeden winnen het van de kwaden. Soms
hebben ze een moraliserende boodschap. Ik hou van het lezen van sprookjes. Vaak
heb ik ze aan mijn kinderen verteld. Soms maakte ik er zelf een verhaal van
wanneer ik ze iets duidelijk wilde maken over een voorval dat gepasseerd was.
Ik vertellend en uitbeeldend, ondertussen zittend op het deksel van het toilet,
terwijl mijn kinderen in het bad zaten.
Wij waren al bijtijds opgestaan. De trein vertrok in de
vroege ochtend om 07.17 uur vanaf het station in Deventer. Het was de eerste
dag van onze vakantie begin Augustus 1965. Station Utrecht was ons eerste doel,
kort Utrecht verkennen en dan door naar het strand van Scheveningen en zeker een
wandeling maken op de Pier. In de komende dagen bezochten we Valkenburg, Hoek
van Holland, Castricum, Amsterdam, Delfzijl, Arnhem en nog meerdere plaatsen
doorheen het land. ’s Avonds laat weer thuis om te slapen en de volgende
ochtend weer vroeg op. Twee tieners van zeventien jaren oud en verliefd tot
over de oren, planden acht dagen om samen Nederland te ontdekken. Zonder ouders
samen op pad. Een ongekende vrijheid ervaren en beleven. Vandaag de foto’s nog eens
bekeken. Foto’s van ons beiden uit een lang verleden. Wat waren wij, was ik
gelukkig. Het is geen verhaal zoals uit een sprookje, het was werkelijkheid.
Ik hou van jou.
We spreken soms wel eens van een sprookjeshuwelijk wanneer
we de beelden op TV bekijken van een Huwelijk van een vorstenpaar. Allen
herinneren we nog wel ‘de traan” van Koningin Maxima tijdens het Huwelijk van
Willem Alexander en Maxima. De tango Adios Nonino, gespeeld door Carel Kraayenhof
op de bandoneon, waarbij Maxima zichtbaar ontroerd raakte, zagen wij als
kijkers massaal tijdens deze Huwelijksceremonie. Ook ik en vele kijkers raakten
daarbij ontroerd. Het leven is geen sprookje. En ook vorstenhuizen kennen hun
moeilijkheden. Wanneer ik ’s morgens na het douchen in een wazige spiegel kijk,
zie ik even niet de rimpels ontstaan door de tand des tijds, denk ik even niet
aan de teleurstellingen van het leven. Het sprookje van het lelijke eendje komt,
nu ik dit schrijf, tevoorschijn. Het lelijke eendje dat in het water kijkt en
zichzelf ziet als een wonderschone zwaan. De mist op de spiegel trekt weg en ik
zie mijn werkelijke gezicht. Ik ben blij met mijzelf, maar besef terdege dat niet
alles goud is wat er blinkt. Het leven kan soms best weerbarstig zijn.
Mijn vriend en ik kenden elkaar al vanaf de Lagere School.
Vanaf mijn zevende jaar trokken wij samen op. Door verhuizing op elf jarige
leeftijd elkaar een tijdje uit het oog verloren, maar op veertienjarige
leeftijd werd ik, werden wij verliefd. Opnieuw hadden wij elkaar gevonden. En…ik,
ik voelde mij in een sprookjeswereld. Prachtige jaren volgden in bijzondere vriendschappelijke
verbondenheid, tegelijkertijd met wederzijdse vrienden en vriendinnen. Op mijn achttiende
verjaardag hebben wij ons verloofd. Helaas mijn ouders begonnen steeds meer op
mij in te werken, bang dat ze waren omdat in hun opinie, ik de verkeerde keus
maakte. Ik kon de druk niet meer aan die mijn ouders mij oplegden om de
vriendschap te beƫindigen en heb onze relatie op twintig jarige leeftijd
beeindigd. Einde van een sprookje van twee jonge mensen, die elkaar al zo lang
kenden. Einde van een vriendschap. Maar voor mij geen einde van de liefde.
Pure Liefde
Ik moet jullie iets vertellen,
het is al heel lang gelee.
Er woonde in de straat een vriendje
daar speelde ik mee.
Elke ochtend stond hij aan het hekje bij mijn huis,
samen lopend naar school en ook weer terug naar huis.
Dan ineens naar school alleen.
Snapte niet waarom hij ineens verdween.
Jaren later zag ik hem weer.
Niets was veranderd sinds de vorige keer.
Zo verliefd, zo jong, zo pril,
op het gras in het zwembad, opgewonden maar o zo stil.
Liggend zij aan zij,
ik dacht hij en hij dacht mij.
Zo mooi, zo puur, zo rein,
een intimiteit die later nooit meer zo zou zijn.
Uit: “Wolken die gedachten toveren”