Aan huis gekluisterd
Dit alles lig ik te bedenken onder mijn dekbed. Ik lig te
rillen zo koud als ik het heb. Mijn hoofd barst haast uit elkaar, mijn keel is
als schuurpapier…Ik heb Corona, of Covid 19, of Omikron, hoe je dit ellendige
virus ook mag noemen, of wat het ook mag zijn. Ik weet het niet, het is alleen de
uitslag van de test die mij bewees dat ik positief was. Ik voel mij verstopt
achter de voordeur, achter de neergelaten jaloezieën, misschien wel achter de
plinten waar het stoffig is en waar nog meer leven lijkt verstopt als nu in
mijn woning. Het is akelig stil en het wordt steeds stoffiger. Niemand mag
binnenkomen, en de stofzuiger heeft voorlopig ook rust. Het leven buiten gaat
gewoon door, maar hierbinnen heerst rust, alleen mijn lichaam is hard bezig dit
virus buiten de deur te krijgen. Zelfs mijn geluidsinstallatie is ermee
opgehouden. Ik heb nu geen energie om er naar te kijken. Wanneer ik probeer
iets van het nieuws in de grote wereld mee te krijgen moet ik het zonder geluid
doen. Uiteindelijk geeft het niet, mijn hoofd kan geluiden toch nog slecht aan.
Regelmatig dommel ik weg en droom de vreemdste dromen. Het herinnert mij als
kind eraan toen ik ziek was. Er was altijd mijn moeder, met een strelende hand,
een drankje voor de hoest, of een warm kopje thee, of kippensoep. Nu zou ik
heel graag kunnen roepen: “Mama!”. Het kind zijn in jezelf raak je nooit kwijt.
Ik ben zelf moeder en heb op die manier ook voor mijn kinderen gezorgd. Ik weet
hoe het voelt. Ziek zijn zonder iemand in de buurt om je met liefde te
omringen, voor je te zorgen, je kunnen verwennen voelt toch wel als een gemis.
Mij ellendig voelen benadrukt dit gevoel nog maar eens extra. Soms voelt het
eenzaam. Ik ga er uit voor het maken van een kopje thee met honing.
Boodschappen regel ik met de buren, die het voor mijn gesloten deur
achterlaten.
Nu ik dit schrijf ben ik gelukkig weer aan de beterende
hand. Alleen de hoofdpijn is nog wat rest, maar dat schijnt te horen bij de naweeën
van dit virus en kan volgens de huisarts nog wel even duren. Kan mij niet
heugen dat ik ooit zoveel Paracetamol heb gebruikt. Het is een raar virus.
Enkele dagen voordat de eerste verschijnselen zich voordeden
heb ik nog een klassiek concert bezocht en ik heb
genoten van de muzikanten die speelden op klarinet en piano. Daarna met vriendin in een nabijgelegen restaurant nog iets gegeten en gedronken. Zoals velen die ziek zijn, of zijn geweest is er vaak een periode voor en na het ziek zijn. Gelukkig waren achteraf mijn ziekteverschijnselen mild.
Vandaag schijnt de zon en ga ik straks maar eens naar buiten
voor een blokje om. Rustig aan mijn verloren conditie weer opbouwen. Alle verstopte
muizenissen buiten weer vergeten, mensen spreken, weer deelnemen aan het leven.
De stofzuiger tevoorschijn halen en al
de stofresten, ook achter de plinten verwijderen. De jaloezieën ophalen en de
zon binnenhalen. De strijd is gestreden. Ik voel me niet meer verstopt.