Een uitgestoken hand
Mijn zoontje van twee had zich eens verstopt. Ik was hem
overal in huis aan het zoeken, daarna buiten overal gekeken. We hadden net ons
nieuwe huis betrokken waarvan de tuin nog moest worden aangelegd waardoor
rondom het huis alles nog open en bloot was. Geen omheining van struiken, een
schutting, of een heg afgesloten met een tuinhek. Eenmaal binnen riep ik hem en
zei aldoor: “Waar je ook bent, kom tevoorschijn. Wees maar niet bang, ik zal
niet boos op je zijn. Mama maakt zich alleen maar ongerust”. En daar ging het
keukenkastje onder de gootsteen open en zag ik mijn kind met een glunderend
gezichtje naar mij opkijken. Ik stak mijn hand naar hem uit en hielp hem naar
buiten, nam hem in mijn armen voor een zoen. Voor hem was het een spelletje en
ik lachte met hem mee.
Het moet er binnen donker zijn geweest, met misschien een
klein kiertje licht. Het is een rare overgang, maar door al die
verschrikkelijke beelden van de recente aardbevingen in Turkije en Syrië, kwam
de herinnering aan mijn zoontje in het keukenkastje weer boven. Hoe men zich
dan wel niet moet voelen, wanneer men het heeft overleefd. In het donker
gelegen onder het puin met misschien een klein kiertje licht. Op één van die
vele beelden op Tv zag ik een reddingswerker met uitgestoken hand tegen iemand
gelegen onder het puin in het Turks zeggen: “Korkma”, ‘niet bang zijn’.
Op 13 April 1992 in de vroege ochtend was er in de omgeving van Roermond
een aardbeving met een kracht van 5,8, net zo hevig als de derde hevige aardbeving
van gisteren in het grensgebied van Turkije en Syrië. In Zeeuws Vlaanderen heb
ik die beving in het Zuiden van ons land toen ook gevoeld. Ik werd wakker en ik
hoorde een geluid wat leek op een aankomende trein, daarna beefde het bed een
korte periode. Mijn toen inmiddels 16 jarige zoon kwam naar beneden en vroeg: “Mam,
wat was dat? Heb jij het ook gevoeld?” Het was een vreemde gewaarwording, maar
totaal niet te vergelijken en voor te stellen wat al die mensen in het huidige
rampgebied ervaren.
Niet bang zijn
Een uitgestoken hand
van mensen die helpen
komend uit een ander land.
Verschil in ras, of geloof
is niet van belang.
Een uitgestoken hand
voor mensen in nood,
voor mensen die bang
en verdrietig zijn,
om het verlies van geliefden
door de dood.
Wanneer er wereldwijd zoveel liefde is om mensen in nood te
helpen, kan ik mij haast niet voorstellen dat er mensen zijn die zo nodig in
hun machtsstrijd volkeren door hun oorlog willen vernietigen. En toch gebeurt
het nu al een jaar in Oekraïne. De uitgestoken hand om vrede te bewerkstelligen
zal nooit door de Russische leider aangenomen worden. Mijn hoop daarop is
tenminste al lang vervlogen. Helaas.
Zoveel warmte ,liefde en begrip zat er in die uitgestoken hand van de reddingswerker.
Een beeld dat mij altijd bij zal blijven.
“Korkma” “Niet bang zijn”