“Ik plant een plant”. Door deze opmerking van een cursist werd het
idee in mijn brein geplant om met deze opmerking aan de slag te gaan. Ik houd
daarbij nog wel een slag om de arm, of ik in deze missie, het schrijven van
deze blog, wel zal slagen. Aan de kans van slagen twijfel ik niet, daar er
genoeg voorbeelden en vervoegingen van dezelfde woorden, maar met andere
betekenissen voorhanden zijn. Beiden handen rusten nu op mijn toetsenbord.
Beelden schieten nu door mijn hoofd. Beelden van vroeger, herinneringen die ik nog
goed in gedachten kan verbeelden. Door een beeldje uit Denemarken van de ‘Kleine
Zeemeermin” wat mijn vriend meebracht van zijn reis, kan ik in mijn gedachten de
beelden van mijn jeugdliefde toentertijd nog steeds oproepen. De ‘Kleine Zeemeermin”
is het boegbeeld van de stad Kopenhagen. Zittend op een rots, kijkt ze uit over
de haven. Ze is het gezicht van de stad en wereldberoemd. Boegbeelden werden door
de Vikingen op de voorplecht van een schip geplaatst om het tegen monsters te
beschermen.
Ik bezit een eigenschap die op zijn zachtst gezegd niet zo
slim is. Namelijk op tijd komen. Altijd moet ik voordat ik vertrek en de deur
achter mij dicht trek, nog even allerlei dingen doen. De bus zal niet op mij
wachten en vertrekt op het vastgestelde uur. Ik zal meer de tijd moeten nemen,
om op tijd te kunnen komen. Zeker wanneer ik naar de tandarts moet voor het
trekken van een kies. Hoewel ik daar liever helemaal niet graag kom, het is
wel een aardige man, maar de vorige keer merkte ik op, dat hij trekt met zijn
been.
Op mijn werk hing een bordje met de tekst: “Wie niet werkt,
maakt geen fouten”. Een hele opluchting, want ik hoefde mij niet direct te
verontschuldigingen voor als ik eens iets niet goed had gedaan. Ieder jaar moet
ik wel werk maken van het invullen van het belastingformulier. Veel werk is het
niet, omdat veel gegevens al vooraf verwerkt zijn. Wel controleren natuurlijk,
maar dat is het werk niet. Het is wel een opgave om de mogelijkheid uit te
vinden om zo min mogelijk te hoeven te betalen. Maar ik geef het nog niet zo
snel op.
Ben je verliefd dan sta je in vuur en vlam. Dan moet je je
hart laten spreken en erg je best doen om te kunnen gaan vlammen.
Een hart is het middelpunt van het lichaam. Een cardioloog
sprak de wijze woorden: “Hier klopt iets niet”. Ik was op weg naar het hart van
de stad. Een groot plein in het centrum. Maar iets klopte er niet. Mijn
navigatiesysteem was de weg kwijt. Ik klopte aan bij een woning om advies te
vragen. De mevrouw die open deed klopte mij op de schouder met de
geruststelling, dat het niet zo ver meer was en dat ik goed op weg was.
‘Ik plant een plant”. Misschien komen er wel bloemen, of een
bloem aan de plant. Die kan ik dan mooi op een vaas op tafel zetten. Ik heb ook
nog bloem in de kast staan. Ik bak een taart en samen op de bank kunnen we dan genieten
van de bloemen en de taart en misschien wel van de belastingcenten op de Bank.
“Ik zit op een bank in de Bank”