Deventer
Gedachteloos leg ik mijn veldboeket naast mij neer
terwijl ik mij vlij op de uiterwaarden in het zand.
Het pontje vaart heen en weer naar deze of gene zijde
het brengt iedereen naar de overkant.
de IJssel stroomt in zachte golven richting Kampen,
naar het IJsselmeer, om uiteindelijk in zee te belanden.
Om mij heen grazen koeien, enkelen zijn aan het pootjebaden,
ik moet oppassen, want zomaar laten ze hun vlaaien ergens
landen.
Achter mij het IJsselhotel, waar gasten sinds een dikke eeuw
terug
al het zicht op Deventer stad aanbaden.
Bezie rechts de Wilhelminabrug en aan de overkant de
Deventertoren.
Net zoals dat schilderij bij mij thuis aan de muur,
in kruistekens gevangen, komt ook dit beeld prachtig naar
voren.
Iedere keer weer slaak ik een diepe zucht,
wanneer ik vanuit het Westen
de brug zie naderen,
ik in het midden de knik voel,
waarmee ik enkel maar wil zeggen:
Het is het thuiskomen dat ik bedoel.
Wat een mooi gedicht.
BeantwoordenVerwijderenBedankt, dit is zoals ik Deventer ervaar.
BeantwoordenVerwijderen